Uw verslaggever trok dinsdagavond naar Hoogeveen om ook eens een uitwedstrijd van het derde bij te wonen. Toen ik zo rond negen uur binnenkwam bleek de zaal vol te zitten. Naast de zes partijen van de twee derde teams bleken er nog 17 partijen voor de interne te worden gespeeld. Daarmee heeft Hoogeveen volgens mij de hoogst aantal partijen voor de interne in de NOSBO. Een groot compliment derhalve aan Hoogeveen.
De partijen zelf waren wat verder gevorderd dan om dit tijdstip bij ESG 1 of ESG 2. Een voorspelling waagde me ik niet aan. Ik kan namelijk wel zeggen dat we gewonnen staan, maar de spelers moeten het zelf ook zien. De openingen had ik dus gemist en daar kan ik géén verslag van doen. Behalve natuurlijk van de partij van invaller Klaas Tiemens. Die deed namelijk in Hoogeveen hetzelfde wat hem ook in Emmen regelmatig gebeurd. Hij liet zijn boekje liggen en die werd na vertrek van het derde netjes bij mij afgeleverd.
Hoe dat kwam dat ik er nog was en dat het derde al weg was? Terwijl de laatste man (Willem) bezig was zijn gewonnen staande partij te winnen, was ik met Christaan Mol (ex ESG) bezig zijn partij te analyseren. Natuurlijk reken je erop dat Willem zijn winst juichend komt melden, daar middels een drankje op proost en pas daarna na de auto gaat. Niks van dat alles. Blijkbaar was de winst zo normaal dat men direkt weg ging. Nu moet ik zeggen dat ze ook weggestuurd werden want alle interne partijen waren ook om 11.00 uur afgelopen. Ik keek om elf uur de zaal in en die was leeg. Gelukkig vond ik het derde nog op de parkeerplaats en kon ik ze feliciteren en een prettige thuisreis toewensen. Zelf ging ik natuurlijk de analyse afmaken. Een schaakavond eindigt voor mij pas om 12 uur. Is het eerder dan ben ik of ziek of ik moet de volgende dag er wel heel vroeg uit. Vroeger ging ik soms eerder weg om het verslag te maken, maar daar ben ik te oud voor geworden.
Hans had zo erg genoten van zijn eerste winst in het tweede dat hij ook in het derde als eerste klaar was met een winst. Vond dat dat mede kwam door de hardhandige nederlaag maandag in de interne. Hierdoor bleef hij nu wel bij de les en deed géén gekke dingen. Jan Reinink stond verloren toen ik kwam en kwam daar niet meer uit. Dat zijn tegenstander zijn achterkleinkind had kunnen zijn was volgens hem de oorzaak. De jeugd valt maar aan en geeft je niet eens de gelegenheid om je verdediging goed te organiseren.
Klaas speelde remise in een stelling die in mijn ogen wel noopte om op te passen en vooral géén doorgebroken pion nemen. Die mag dan wel op f2 staan, maar de loper is nog gericht op f1. Klaas had dit ook gezien en de remise was een logisch gevolg. De vraag die jullie nu natuurlijk stellen is: welke opening was het dan? Laten we zeggen het was een rustige opening die Jan ook graag had willen hebben. Erik was de tweede remise spelen. Stond twee pionnen voor maar onderschatte de tegenkansen en toen hij zijn voorsprong weer verloor werd er tot remise besloten.
Marcelis zorgde weer voor een voorsprong na en strijd die ging over de beheersing van de e-lijn. Die was in handen van de tegenstander, maar die ruilde op e1 beide torens en toen dreigde de dame van Marcelis mat op e8. Een zwarte koningspion opspelen zou verlies van het paard op d7 betekenen. Dat paard ging dus naar f6 om e8 onder controle te komen. Marcelis kwam toen met het mooie Ph5 die zowel het paard op f6 aanviel als de vijandelijke dame op f4. Uiteindelijk leverde dat niet alleen een dubbele f-pion op, maar ook een onhoudbare aanval. Een mooie winst van Marcelis.
Willem stond toen al beter. Een kwaliteit voor tegen een pion, maar nog belangrijker door een tweede pion te winnen creeerde hij ook nog een vrijpion. Dit uitspelen hoefde hij niet meer. De tegenstander gokte op een matje. Die kwam er ook maar dan voor zijn eigen koning.
Totaal een 4-2 winst derhalve. Ik zou graag zeggen “en het bleef nog lang gezellig in Hoogeveen!”, maar zoals gezegd dat geldt misschien voor een viertal Hoogeveners en één ESG-er maar dat waren er te weinig om Hoogeveen op zijn kop te zetten.
| Hoogeveen 3 | 1473 | – ESG 3 | 1456 | 2-4 | |
|---|---|---|---|---|---|
| 1. | Jeroen Bottema | 1538 | – W. Boontje | 1614 | 0-1 |
| 2. | Pieter Sybesma | 1628 | – E. Bandsma | 1469 | rem |
| 3. | Jan van Hoorn | 1457 | – H. Hut | 1416 | 0-1 |
| 4. | Sander Taams | 1441 | – J. Reinink | 1502 | 1-0 |
| 5. | Wim de Vries | 1363 | – M. van Holst | 1330 | 0-1 |
| 6. | Wim van der Neut | 1408 | – K. Tiemens | 1407 | rem |
Recente reacties