Na het toernooi in Hoogeveen van afgelopen oktober had ik de smaak van het toernooispelen een beetje te pakken gekregen en besloot ik mee te doen met de Vierkampen van het Groninger Chessfestival 2018. De locatie waar het toernooi zou plaatsvinden was voor mij een bekend adres: ruim 20 jaar geleden studeerde ik op het bijgelegen Zernike-complex en in recentere jaren was ik meermalen met tafeltennisbat en –balletje in de weer tijdens het Idefix-tafeltennistoernooi. Voor de zekerheid op de eerste dag toch maar even de TomTom meegenomen (je kan altijd met wegomleggingen etc. te maken krijgen), maar de speellocatie werd zonder problemen en wat aan de vroege kant bereikt.
Na inschrijving nog even een wandelingetje over het toch wel wat veranderde Zernike-complex, om vervolgens met wit aan mijn 1e partij te beginnen tegen David Schuitmaker, die overgehaald was door zijn oom om eens mee te doen en zichzelf op een rating van 1500 had geschat.
In mijn voorbereiding had ik wat Siciliaanse en Spaanse varianten bekeken. Het werd een Siciliaan met al op zet 3 een vreemde zet (e6) van mijn tegenstander, wat niet echt wees op een goede openingskennis.
De computer laat hier direct al zo’n +2.5 aan voordeel voor wit zien en toont mij dat ik hier d5 had moeten spelen (d5 kon trouwens tot en met zet 7 in de partij met groot voordeel door wit gespeeld worden). Ik had natuurlijk wel door dat de opening niet zo gespeeld moest worden door zwart, maar d5 kwam niet in mij op. Rustig de stukken ontwikkelen was het door mij gekozen alternatief.
Op zet 15 besluit ik de knuppel enigszins in het hoenderhok te gooien: In deze stelling heb ik zojuist Pd5 gespeeld om een wat verder opgerukte pion te creëren, maar had mijn tegenstander hier met zijn loper geslagen in plaats van met zijn paard, dan had hij volgens de computeranalyse voordeel kunnen krijgen. Maar gelukkig werd dit gemist en werd er met het paard geslagen.
Een kleine 10 zetten later heb ik inmiddels een pionnetje veroverd en sta ik op het punt daar een tweede aan toe te voegen. Mijn tegenstander heeft inmiddels misschien alleen wat vage kansjes op de koningsvleugel.
Met geduldig spel pak ik op zet 39 nog een pion, kan daarna veilig mijn koning activeren en geeft mijn tegenstander het op zet 47 op.
In de 2e ronde wacht mij opnieuw met de witte stukken Jaël Wierenga, een 12-jarige jeugdspeler van Assen met een KNSB-rating van 1568. Thuis had ik gekeken naar het Schots, omdat ik veronderstelde dat de jeugd meer weet van o.a. het Siciliaans, Spaans en Frans.
Maar helaas, mijn e4 werd vlotjes beantwoord met e6. Een overgang naar het Siciliaaans is dan natuurlijk via een kleine omweg nog wel mogelijk, maar ik liet mij toch maar in met (de doorschuif variant van) het Frans. Lange tijd worden er geen slechte zetten gespeeld en de computeranalyse achteraf blijf volharden in scores tussen de -1 en +1, waarbij zwart wellicht iets beter staat. Pas op zet 29 lijkt er iets van tekening in de strijd te komen:
Na Lh6 van mijn tegenstander speel ik hier g5 (waarna de computeranalyse iets meer voordeel voor wit toont) en kan ik wellicht straks wat gaan proberen over de h-lijn. Zes zetten later is doorbreken over de h-lijn nog niet gelukt, maar na het mindere Ta7 van Jaël speel ik Dc2 (met aanval op g6) en begint er een nog iets groter plusje voor mij te ontstaan. Enkele zetten later verspeel ik mijn voordeel weer na Th1 in plaats van Pg1:
Bij zet 50 van zwart biedt Jaël plotseling remise aan. Na 4 uur schaken, tamelijk murw en enigszins bevreesd voor de ogenschijnlijke (maar achteraf gezien niet reële dreigingen) neem ik de remise aan, maar ik stond (dik) gewonnen. Had ik in onderstaande stelling maar Dxa4+ gespeeld. Een wijze les voor mezelf: in het vervolg ook na een zware partij toch wat langer naar de stelling kijken en me niet laten ‘afbluffen’ door een remisevoorstel. Al met al een prima partij, het einde even buiten beschouwing latend.
De 3e en laatste ronde brengt mij tegenover Jan Kamphorst (KNSB rating 1399). Na twee keer de witte stukken gehanteerd te hebben, moet ik het nu zien te rooien met zwart. De voorbereiding was weer geen succes: ik had rekening gehouden met d4 of e4, maar niet met een Engelse opening. Ik probeerde een omgekeerde Siciliaan op het bord te toveren, maar dat zit nog niet echt in mijn openingsrepertoire. Toch heb ik na zet 11 van wit een kans op een plusje: In plaats van Pc6 speel ik hier echter eerst Le6, bekommerd als ik ben om mijn geïsoleerde krijger op d5. Een paar zetten later roep ik de problemen op mezelf af. Eerst zet ik mijn dame op een niet zo handig veld neer, waarna zij even later een veilig maar passief heen komen moet zoeken. Na zet 20 van wit doe ik het opnieuw niet goed. Hier had ik (in een stelling, die inmiddels voor wit prettig genoemd mag worden) natuurlijk Df8 of Tac8 (wat het analyseprogramma voorstelt) moeten spelen, maar ik
mis de scherpte die ik in mijn 2e partij wel had, en denk het paard op b5 te kunnen beteugelen met iets als Td7? Dat verliest natuurlijk gewoon de kwaliteit en de volgende 15 zetten komt mijn tegenstander steeds beter te staan en ben ik enkel aan het verdedigen, zonder tegenkansen. Maar op zet 36 blundert ook mijn tegenstander de kwaliteit weg door in onderstaande stelling T1c6 te spelen, waarna de toren op c7 bestookt kan worden met Pb5.
Met mijn geïsoleerde pion, mijn beroerd geposteerde loper en dame weet ik uiteindelijk het eindspel niet tot een goed einde te brengen, verlies nog wat pionnetjes en na zo’n 4 en half uur spelen wint mijn tegenstander uiteindelijk. Daardoor wordt ik uiteindelijk 3e in de poule en is er geen prijsje voor me weggelegd.
Maar al met al heb ik een mooi toernooi beleefd en redelijk goede, mooie en bovenal lange partijen gespeeld, waarbij ik in de 2e partij helaas de winst liet glippen.
Arjen
Mooi verslag, Arjen. Ik volg je voorbeeld graag met een verslag van het toernooi in Duitsland dat Evert en ik gespeeld hebben. Maar dan moet ik eerst van je eleren hoe jij die diagrammen in WordPress hebt gekregen!
Dank je, Ton. Ik heb de partijen op mijn telefoon met Analyse This nagespeeld en wat screenshots genomen. Daarna deze op mijn pc gezet, bewerkt met Paint en in een Word-document geplaatst. Dit Word-document heb ik Douwe gemaild en gevraagd of hij alles in WordPress wou zetten. Het moeilijkste heb ik dus aan Douwe overgelaten 🙂