ESG 3 heeft ook in zijn tweede wedstrijd 1,5 punt gescoord. Ik bedoel dan uiteraard bordpunten, want halve wedstrijdpunten kennen we niet bij het schaken. Toch had er beduidend meer ingezeten.
Invaller Reint Harkink gaf al na een vijftal zetten een stuk weg en dat kon hij niet meer goedmaken, hoe lang hij het ook probeerde.
Jan Reinink kwam in een dodelijke penning te staan. Dit wist hij verrassend goed op te lossen, maar hij kwam in een verloren pionneneindspel terecht. (o-2)
Jan Peek had een stelling waarin beide spelers veel stukken achter de vijandelijke pionnen hadden staan. De tegenstander ging daar veel effectiever mooe om dan Jan (0-3)
Hans Hut speelde weer eens een keer op zijn sterke kant. Er rolde een evenwichtige remise uit. (0,5-3,5)
Marcelis stond op een gegeven moment gewonnen, kon eenvoudig een stuk winnen. Waar het precies mis ging weet ik niet, maar hij heeft zich laten flessen en verloor (0,5-4,5)
Piet had lang gelijk gestaan maar kwam in het eind toch iets tekort (0,5-5,5)
En dan onze topborden. Ton’s partij draaide er om of de witte pion op e5 sterk of zwak was. Nou hij was dus zeer sterk. Genoeg om een gewonnen stelling te bereiken. Echter Ton kon net niet genoeg profiteren en moest uiteindelijk in remise berusten.
Willem speelde een uitstekende partij waarin hij een kwaliteit voor kwam te staan. In het eindspel van toren en pion tegen loper en pion leek de winst voor het oprapen. Hij gaf echter zijn pion weg en toen ontstond het eindspel van toren tegen loper en pion. Remise tenzij de tegenstander het fout doet. Zelfs grootmeesters verliezen vaak in een eindspel van loper tegen toren. In dit geval stond er ook nog een pion op het bord. Er werd remise geclaimd. De wl liet nog doorspelen, maar toen de vlag was gevallen besloot de wl tot remise omdat de winst niet gevonden werd. Zoals gezegd het wint alleen als de loper-speler een fout maakt.
Klasse 1A; Ronde: 2
| T | ESG 3 | 1536 | Unitas 5 | 1660 | 1½ | 6½ | 24 okt |
| 1. | Willem Boontje | 1756 | Hans Kluck | 1723 | ½ | ½ | |
| 2. | Ton Selten | 1688 | Ynte Visser | 1714 | ½ | ½ | |
| 3. | Jan Peek | 1528 | Henk van der Meer | 0 | 1 | ||
| 4. | Hans Hut | 1473 | Roel Broekman | 1681 | ½ | ½ | |
| 5. | Jan Reinink | 1501 | Rudolf Loos | 1673 | 0 | 1 | |
| 6. | Piet Glazenburg | 1472 | Jan Drolenga | 1639 | 0 | 1 | |
| 7. | Marcelis van Holst | 1334 | Marc Smulders | 1596 | 0 | 1 | |
| 8. | Reint Harkink | Johan Koops | 1594 | 0 | 1 |
Recente reacties