De bekerloting was het 2e team van ESG ongunstig gestemd geweest. Veel liever dan het sterke Leek 1 hadden wij een wat makkelijkere tegenstander als Assen 3 geloot, maar die was al als tegenstander van ESG 1 uit de pot gekomen. Een verslag van deze ontmoeting is ook op deze site te vinden. We moesten het dus zien te rooien tegen een hoofdklasser en toen Raymond benaderd werd door Pieter Doller of we de bekerwedstrijd wilden spelen, werd binnen no time een team samengesteld om deze mooie uitdaging aan te gaan.
Onderweg naar Leek werd door ons overlegd hoe we dit varkentje, dat op papier waarschijnlijk veel sterker dan ons zou zijn, het beste zouden kunnen wassen. En eerlijk is eerlijk, er werd een mooi plan uitgedacht: Arjen en Raymond zouden op bord 1 en 2 spelen. Dat zouden weliswaar erg lastige partijen worden en min of meer ingecalculeerde nederlagen, maar met Arvid en Sergei op bord 3 en 4 zouden we tegen wellicht iets minder sterke spelers van Leek misschien voor een gelijkspel kunnen gaan. En hoe het vluggeren daarna zou verlopen was van latere ‘zorg’. Al met al geen speld tussen te krijgen en ik had team-captain Raymond na afloop als een soort Hannibal Smith uit the A-team graag “I love it when a plan comes together!” willen horen uitroepen, maar zover kwam het allemaal niet.
Zoals te doen gebruikelijk had ik, ook al omdat ik niet het type ben, dat tijdens de partij wat ommetjes door de zaal maakt, vanwege het vele denkwerk in mijn eigen partij niet veel meegekregen van de partijen van Arvid, Raymond en Sergei. Om toch over alle partijen wat te kunnen schrijven werd na afloop afgesproken, dat ieder een verslagje zou (proberen te) maken van zijn eigen partij en dat ik het geheel aan elkaar zou knopen in een verslag van de gehele ontmoeting tussen ons team en het vlaggeschip van Leek.
“Ikzelf trof in Sander Westerlaan met een rating van 2025 iets erg lastigs aan de andere kant van het bord. Na een Engelse opening wat al snel overging in Semi-Slavische structuren had ik op de damevleugel wat moeten proberen (mijn tegenstander wees er na afloop in de analyse op en ik had het natuurlijk ook wel ergens gelezen: “daar waar de pionnen heenwijzen, daar zult gij onverhoeds en dapper ten strijde trekken”), maar mijn tegenstander ging op weg naar mijn koning en ik meende daarom te moeten verdedigen. Dat ging niet helemaal zoals het moest en daardoor kwam ik eerst een kwaliteit en later na een slimme combinatie ook nog een pion achter. Ik wist het daarna nog redelijk vol te houden, maar aan het eind van de partij ruilde mijn tegenstander alle stukken af en waren zijn vrijpionnen vervolgens niet meer af te stoppen”.
Arvid speelde een mooie partij, waarbij hij op een gegeven moment een niet aangenomen remise aanbood en waarover hij het volgende verslag instuurde:
“Mijn tegenstander was Marijn Swemmer. Met 1826 rating behoorlijk wat hoger als waar ik mijzelf op inschat. Remise is winst in dat geval ;)”.
“Als wit trok ik mijn Weens maar eens uit de kast, het verrast nog wel eens wat tegenstanders die gewend zijn aan bijvoorbeeld spaans of scotch. Mijn (gelimiteerde) ervaring met de opening kan er dan voor zorgen dat ik wellicht een kleine overhand kan krijgen”.
“Marijn speelde echter gewoon solide door de opening en liet geen gaten vallen. Gelukkig deed ik hetzelfde en na 19 zetten was het volgens de computer gewoon 0.00 in de volgende positie”:
“Zijn zet daarna had ik verwacht, Rxf2. Ik kan daar een lijn starten waarin ik mijn dame weggeef voor 2 torens, echter had ik dat idee afgewezen. Mijn zet echter was te snel en niet goed doordacht: Rxf2. De betere zet was Rxg2 met schaak. De toren is toch verloren en daarmee win ik mijn pion in ieder geval weer terug. Niet direct gezien, wel 10 seconden na mijn zet uiteraard 🙂
Het voordeel van de positie waarin we kwamen is dat ik een dameruil kon afdwingen, al kon hij wel de plek kiezen. Na de dameruil was het paard koning 7 tegen paard koning 8. Echter had Marijn 2 setjes dubbelpionnen waar ik wel mijn compensatie uit wilde halen.
Mijn grote probleem was dat dit exacte eindspel gewoon iets is wat ik nog nooit had gespeeld. Mijn tegenstander leek iets meer ervaren en kwam uiteindelijk mijn zijn paard achter mijn stelling, waarbij mijn paard niet capabel genoeg bleek om alles te houden. Ik had nog wel een gelijke stelling, maar had het gevoel alsof ik altijd 1 zet achter liep. Uiteindelijk was die ene pion doorslaggevend om mijn stelling te doorbreken en moest ik mij gewonnen geven”.
Volledige partij:
Raymond zat naast mij en van zijn partij heb ik dus nog wel iets meegekregen. Naar mijn mening ging de wedstrijd vrij lang redelijk gelijk op, al kreeg zijn tegenstander langzamerhand wel een ruimteoverwicht, waarna op een gegeven moment toch te veel materiaal verloren ging. Raymond schrijft er het volgende over:
“Vooraf wist ik dat mijn tegenstander zeker een hogere rating heeft dan ik. Maar 545 punten verschil is toch wel erg veel. Dat bleek ook tijdens mijn partij. Je voelt op een gegeven moment dat het helemaal de verkeerde kant opgaat. Ik kwam steeds meer onder druk, en als ik het ene vrij schier oploste, dan diende het volgende probleem zich al weer aan, totdat ik op een gegeven moment kon opgeven”.
“Toch wel weer leerzaam dergelijke partijen, omdat mijn tegenstander best genegen was om de partij direct na afloop te analyseren en mij op bepaalde “foute” zetten kon attenderen. Dus wat mij persoonlijk betreft, vind ik dergelijke bekerwedstrijden zeer de moeite waard”.
Over Sergei’s partij begreep ik na afloop, dat hij op een gegeven moment een stuk tegen twee pionnen achter kwam. En 1800+ spelers weten in de regel dan wel hoe ze dit kunnen verzilveren.
Sergei’s reactie op zijn partij:
“Helaas, zoals vaak gebeurt, begon ik de wedstrijd met kleine fouten, wat uiteindelijk genoeg was voor mijn tegenstander om te winnen. Natuurlijk heb ik mijn best gedaan om gelijk te spelen en ons team niet met nul punten te laten verliezen. Maar het werkte niet. De volgende keer zal ik mijn best doen om punten voor mezelf en mijn team te behalen, en natuurlijk zal ik veel trainen, hoewel er weinig tijd is om te trainen”.
Tot zover het verslag van het beoogde spektakelstuk ‘Mission Impossible: The Battle against Leek 1’, dat nooit echt heel spannend wilde worden. Tom Cruise was dit keer verhinderd om mee te spelen, maar hij had in Arvid, Raymond, Sergei en mijzelf uitstekende stand-ins om er wat moois van te maken.
Tot slot nog even de volledige uitslagen:
Bord 1: Sander Westerlaan (2025) – Arjen Meijeringh (1454) 1-0
Bord 2: Erwin Heijnen (1982) – Raymond Hof (1437) 1-0
Bord 3: Marijn Swemmer (1826) – Arvid Slump (0) 1-0
Bord 4: Pieter Doller (1805) – Sergei Sarkisyan (1643) 1-0
Goed verslag Arjen. Duidelijk weergegeven.
Geweldig verslag. We zien het zo voor ons. En Leek is goed weggekomen tegen jullie 😉
Puik Arjen, je stukjes staan als een huis!