In de ochtendgroep ging onze aandacht natuurlijk uit naar Willem. Kon die zijn hoge positie handhaven tegen Dick van der Pluim (1898). Volgens Willem zelf stond hij goed, maar koos het verkeerde pad. Toen bleek hij te moeten keepen en dat lukte lang genoeg voor bovenstaande foto, maar hij werd er kansloos afgezet.
Hans wikkelde af naar een eindstelling met Toren en het loperpaar tegen dame en paard. Hans had echter ook nog een vrije a-pion. Ik zou het nog even geprobeerd hebben, maar Hans zag niet welke kansen hij had en ging daarom akkoord met een remiseaanbod.
In de Opengroep speelde Arie opnieuw zijn spelletje, maar voor zover ik het kon zien ging het niet zo goed als de eerste twee ronden. Hij kwam al snel onder druk te staan en de batterij van de tegenstander op de b-lijn leek mij dodelijk. Ik moet wel wat voorbehouden maken. Arie zat tegen de muur en daar mag je als toeschouwer niet komen. Je kijkt dus letterlijk van afstand toe en dan zie je het niet altijd duidelijk. Op moment van schrijven staan de partijen nog niet op de site van Univechess. Ik kan het dus mis hebben met mijn commentaar.
Herman speelde een puike partij met zwart. Het is een genot om te zien dat Herman weer een ster is in zijn specialiteit. Met kleine middelen en goed positiespel de druk opvoeren en als de kans zich voordoet de boel afmaken. Ook dit keer lukte het weer. Won eerst een pion en later een tweede. In een dubbel toreneindspel met vrije a- en b-pion was het alleen een kwestie van niet blunderen. Er werd nog lang doorgespeeld, maar de uitslag werd er niet anders door. Hierdoor is Herman met 3 uit 3 één van de 3 koplopers. Morgen moet Herman tegen oude bekende Joop Hummel.
Ruud mocht als 83-jarige tegen de 10-jarige Tycho Bruggink. Die speelde een spelletje van alles dichtschuiven en proberen daardoor een remise binnen te halen. Tycho had de vorige ronde een gratis punt gekregen vanwege een bye (oneven) maar dat betekent wel dat je dan ook direkt een sterkere tegenstander treft. Ruud moest wel langer en beter nadenken dan de eerste ronde, Volgens Ruud liep de tegenstander plotseling in een matnet.
Ton had een geweldige aanval maar die liep stuk doordat hij er niet genoeg stukken bij kon krijgen. De remise was een logisch gevolg omdat de aanval van de tegenstander op de andere vleugel ook vastliep. Mocht Ton vandaag tegen Harry Wubs (1845), morgen mag hij tegen Willy Wubs (1837). Een vergelijkbare tegenstander zullen we dan maar zeggen.
Evert mocht aantreden tegen de voorzitter van schaakclub Hoogeveen Marc Snuverink. Die houdt van griezelfeestjes en laat dat ook zien op het bord. Dit keer middels een bekend stukoffer. Evert houdt niet van griezelen en gaf het stuk direkt weer terug om een positioneel betere stelling over te houden. Hij leek eerst ook niet slecht te staan maar toen ik later keek stond hij een kwaliteit achter. En dat buitenkansje was aan Marc goed besteed. Verlies voor Evert derhalve.
Blijft over Bastiaan. Na twee remises tegen eerst een veel zwakkere en daarna tegen een veel sterkere speler wou Bastiaan nu wel eens een partij met een uitslag. Een gunstige voor hem uiteraard. Vooreerst leek het hem niet mee te zitten, want de opening gaf onvoldoende aanknopingspunten. Hij had wel mooi loperpaar en dame gericht op de vijandelijke koningsstelling. De tegenstandster dacht dit aktief te bestrijden middels opmars van haar koningspionnen. Een foute beslissing want hierdoor kon Bastiaan een mataanval opzetten tegen de onbeschermde vijandelijke koning. Die mataanval was niet te pareren.
Recente reacties