Dit is (voorlopig) de laatste schaakpuzzel. Hopelijk dat de KNSB volgend jaar weer nieuwe schaakproblemen op Facebook gaat plaatsen. In het ander geval zal ik zelf op zoek gaan naar mooie, ludieke schaakpuzzels.
Bovenstaande stelling lijkt mij een vrij lastige studie van Richter uit 1938. Intussen heb ik wel een idee hoe wit moet winnen, maar de ultieme zet heb ik dit keer nog niet gevonden(☺)
In de onderstaande diagram is de zwarte pion niet meer van promotie af te houden en dus moet wit een list verzinnen. Die list ligt in de patstelling waarin de witte koning zich bevindt. Dus speelt wit als eerste zet 1. Pd3! – a2 2. Pe1!! nu mag zwart niet als dame of toren promoveren van weg pat. Bij promotie tot paard of loper volgt dan 3. Pxg2 en remise is een feit.
Op gemerkt dient te worden dat 2. Pc1? faalt op a1L! Wit moet Ld4+ en mat verhinderen en dat kan met 3. Pb3 of Pe2+. Op 3. Pb3 volgt gewoon even een tempozetje als bv. ..- Lh8 waarop wit het paard moet spelen en wit middels 4. ..- Ld4+ gelijk mat staat. Ook 3. Pe2+ faalt op Kf3! (geen Kh3 wegens Pf4+) Op 3. ..- Kh2 volgt volgt 4. Kf2 waarna 5. Le5 niet te verhinderen is, terwijl op 3. Pc1 – Ld4+ wint.
Opgemerkt moet ook worden na de reactie van Sergei – waarvoor mijn hartelijke dank – dat wit met 2 Pc1 – Kh3 remise kan maken na 3. Pc2 – Kg3 weer 4. Pe1 te spelen. Gaat zwarte op de 4e zet Kf4 spelen, dan volgt 5. Pc2 dan – Ke4 6. Kxg2 en nu kan zwart niet direct het paard aanvallen en waardoor wit met zijn k naar de a-pion kan lopen. 5. ..- Kf3 dan speelt wit Pd4+. Na 5. ..- Ke3 of Ke4 wordt na 6. Pb3 de zwarte K opnieuw afgesloten van zijn a-pion.
Bij onderstaande diagraam na Pe1 zwarte Kh3 en dan de winst voor zwart.