Kampioensteam ESG 1 maakt slotstatement

Door Marcel Struik

Tradities zijn er om in ere te houden. Sinds de uitbreiding van de KNSB-competitie in 2018 staat er één ding elk jaar vast voor ESG 1: een uitwedstrijd in Onna spelen tegen Tjonger Aa Linde. En thuis verliezen van Schaakwoude. Twee tradities. Maar die tweede vinden we even niet belangrijk. Tradities zijn er tenslotte om gebroken te worden.

De eerste vier jaar mag ESG vier keer richting Onna reizen. Nou ja, drie keer. Het seizoen ’20-’21 wordt in zijn geheel afgelast. Maar de uitwedstrijd stond al in het schema, dus die tellen we gewoon mee. In het seizoen ’22-’23 wordt de traditie voor het eerst voorzichtig wat gemoderniseerd; TAL 2 was gepromoveerd, en warempel, ESG mag twee keer naar Onna toe. Dat seizoen degraderen zowel ESG 1 als TAL 2, waardoor we dit seizoen weer iets nieuws hebben; geen TAL 1 meer, maar ESG mag wel met twee teams tegelijk tegen twee teams van TAL spelen. In Onna, natuurlijk.

ESG 1 had het fortuin om de vorige ronde al het kampioenschap binnen te hebben gehaald. Geen rechtstreeks duel waar alles nog op het spel staat tegen wat vooraf mocht worden gezien als de grootste concurrent, maar lekker vrijuit spelen. Op bord 5 valt dan al spoedig het eerste resultaat. Met de instelling ‘vrijuit spelen’ volop in gedachte gooi ik op de 8^e zet al de h-pion naar voren richting de kort gerokeerde en gefianchetteerde koningsvleugel van zwart. Witte koning in het midden laten, de d-pion en alles rechts daarvan tot de 4^e rij of verder laten oprukken, waar de engine het zowaar allemaal mee eens is. G-lijn halfopen, batterij van dame en toren op de h-lijn, die vervolgens helemaal open, en als ik mijn loper tegen die op g7 mag ruilen, stort de verdediging helemaal in. Na ruim een uur spelen en 20 zetten staat de zwarte koning op f5 mat. 0-1 voorsprong voor ESG 1.

Betekent natuurlijk wel dat je meteen wordt aangemerkt als degene die dan de tijd heeft om alle partijen te volgen en daar uitgebreid verslag van te doen. Ach, het is de teamleider absoluut gegund dat hij het eens een keertje niet hoeft te maken. Bijkomend voordeel voor hem is nu ook dat hij niet zelf over zijn eigen partij hoeft te schrijven.

    Na de analyse was er bij een rondje langs de borden grotendeels nog weinig op te merken, her en der een paar positionele plusjes. Arie heeft wat ruimteoverwicht. Jan Willem heeft zijn tegenstander opgezadeld met een dubbelpion. Bij Rienk is al wel wat meer aan de hand. Zijn loper pent een paard op f6, en hij valt die nu aan met pion e5. Deze wordt geruild, wat zelfs een pion kost. Rienk maakt vervolgens echter meteen gebruik van de gecreëerde ruimte om een tweede aanvalsgolf te ontketenen tegen het paard, wat nu een kwaliteit oplevert ten koste van nog een pion. Zie: partij Rienk

Herman heeft een mooie voorpost beschikbaar voor zijn zwarte paard op d4. Bij Jan staat het gewoon gelijk, lijkt me zo gauw gekeken. Evert en zijn tegenstander hebben de stelling dichtgeschoven, maar wel met voor beiden een achtergebleven pion op een halfopen lijn. Ook hebben beiden een witveldige loper, en het zijn de pionnen van de tegenstander die op wit staan. De stelling van Douwe was de enige waar ik mogelijke problemen kon zien, met twee lopers op open diagonalen richting zijn koningsstelling. Maar een aanval is hier niet meteen opgebouwd, en Douwe had ook niet een stelling waar hij zoiets maar passief moet laten gebeuren.

De pogingen van wit leiden niet tot een doorslaande aanval, en nadat Douwe goed genoeg komt te staan, krijgt hij een remiseaanbod. ½-1½

    Herman speelt zijn paard weer terug naar d4, maar deze keer met als bijkomend voordeel dat het bijna alle velden van de dame op a4 wegneemt. Als die dame vervolgens door een toren wordt aangevallen, kan ze helemaal nergens meer heen. ½-2½

    Bij Jan is er afgewikkeld naar een eindspel met alleen de zware stukken, waarbij Jan steeds actiever komt te staan. Twee torens staan op a1 en a2 achter een witte pion, met een zwarte toren die aan de andere kant staat. De a-pion slaat naar de b-lijn, waarna Jan met zijn andere toren, gedekt door de dame, op de onderste rij schaak kan geven. Dit levert een toren en een punt op. ½-3½

Rienks stelling gaat van een kwaliteit voor tegen twee pionnen, naar een eindspel van T+L+3 pionnen tegen T+6 pionnen, waar zijn toren en loper wel een stuk actiever staan dan de toren alleen. De tegenstander dwingt torenruil af, waardoor een stelling overblijft van loper met a-b-h-pionnen tegen a-b-c-g-h pionnen. Rienks koning haalt de g- en h-pionnen op, en zijn eigen h-pion gaat lopen. De zwarte koning is niet snel genoeg op de damevleugel om twee pionnen naar promotie te leiden, en ook de laatste matchpunten zijn binnen. ½-4½ Zie: partij Rienk

    Arie sloeg een pion niet meteen terug, maar viel deze eerst nog een keer extra aan met de loper, daarmee een vork dreigend tussen koning en toren. De pion verdedigen kon niet, de toren naar voren halen zou dodelijk zijn wegens achterste-rij-problematiek, en het opzijzetten en loslaten van de verdubbelde torens brengt ook geen redding. ½-5½

Evert dwingt de verdubbelde zwarte torens van het aanvallen van Everts pion tot het verdedigen van de eigen pion. Vervolgens wordt kalm daar een witte doorbraak opgezet, en afgeruild naar een eindspel met elk een aantal pionnen, een toren, en Everts paard tegen de nog steeds erg zwakke zwarte loper. De witte toren bereikt de achterlinies, het paard springt op de juiste plek in de bres om de loper helemaal in te snoeren en een paar belangrijke velden voor de zwarte toren weg te nemen, en er gaan pionnen verloren. ½-6½

Dan speelt alleen Jan Willem nog. Stond eerder in de partij al op het punt een pion te winnen door met zijn paard de verdediger te bestoken. Maar wacht, zijn paard en koning staan nu op dezelfde diagonaal, en de tegenstander zet de loper ertussenin. Oei. Weg paard, en weg stelling. Balen, rug rechten, en doorspelen. Pionnetje hier ruilen, pionnetje daar. Inmiddels wordt het kijken naar welk remiseplan mogelijk is.

Zou de tegenstander weten hoe in 50 zetten mat te krijgen met K+L+P? Of zelfs met K+L+L? Zou de remisestelling K+L+randpion van de verkeerde kleur erin zitten? Zover kwam het allemaal niet, er werden nog meer pionnen geruild en zelfs buitgemaakt, en toen het eindspel K+L+L tegen K+L+pion eraan zat te komen, werd er remise gegeven. 1-7

Daarmee eindigt ESG 1 bovenaan met de maximale score aan matchpunten. De plek die het aan haar stand ook wel verplicht was; een team dat vorig seizoen om de 3^e plek had moeten kunnen strijden, slechts 8^e werd en zowaar degradeerde, en zich vervolgens ook nog eens versterkt. Toch moet gezegd worden dat het tegen SC Leeuwarden en zeker SISSA 3 maar nipt goed ging.

TJONGER AA LINDE 2 (1836)	RATING	ESG EMMEN 1 (1931)	RATING
Urk van, A. (Auke)	1905	Wageningen van, A.J.H. (Arie)	1999	0 – 1
Pen, F. (Frits)	1848	Brinks, J.W. (Jan Willem)	1952	½ – ½
Siblesz, J.T. (Tjeerd)	1908	Hoogeveen, R. (Rienk)	1930	0 – 1
Teunis, D. (Dick)	1855	Voss, J.H. (Herman)	1940	0 – 1
Hassing, A.A. (Bert)	1663	Struik, M. (Marcel)	1924	0 – 1
Fabriek, T.E. (Edwin)	1852	Os van, J.C. (Jan)	1905	0 – 1
Wassenaar, J.M. (Meine)	1821	Hondema, E.C. (Evert)	1945	0 – 1
Dijk van, H. (Henk)	1836	Többen, D.Y. (Douwe)	1851	½ – ½

De eindstand:

Team	MP	BP	1	2	3	4	5	6	7	8
1. ESG Emmen 1	14	41	☓	4½	7	6	7	6½	4½	5½
2. Schaak Combinatie Leeuwarden 1	10	31.5	3½	☓	3	5	5	5½	5	4½
3. Tjonger Aa Linde 2	9	30	1	5	☓	2	4	6½	5½	6
4. Haren 1	7	27	2	3	6	☓	3	4	4½	4½
5. Mid-Fryslân 1	6	24	1	3	4	5	☓	2½	4	4½
6. Staunton Groningen 3	5	23	1½	2½	1½	4	5½	☓	3½	4½
7. SISSA 3	3	24	3½	3	2½	3½	4	4½	☓	3
8. Philidor 1847 3	2	23.5	2½	3½	2	3½	3½	3½	5	☓

De hoogste scores dit jaar waren voor Arie (6 uit 6) en Rienk (6 uit 7). In het topscoordersklassement van de klasse staan ze daarmee eveneens bovenaan, samen met Paulo Valiente van Haren (6 uit 7). In de top 10 vinden we daar ook Herman (5½ uit 7), Jan Willem (5 uit 7), en Douwe (5 uit 7). Welke straat in Emmen dit jaar de magerste prestaties heeft afgeleverd, laten we maar even terzijde. Verder hopen we natuurlijk op een spoedig herstel voor Wim, en gaat onze dank uit naar de invallers, Jan (die meer wedstrijden bij ons heeft meegespeeld dan voor zijn eigen 2^e), Ton, Bastiaan, Sergei, en Stef, alsmede aan Raymond en alle anderen die hebben geholpen om het randgebeuren rond de thuiswedstrijden prima draaiende te houden.

Persoonlijke Resultaten

SPELER	RATING	1	2	3	4	5	6	7	#	PT.	TPR	KL.	W-WE
BRINKS, J.W. (JAN WILLEM)	1952	1	1	0	½	1R	1	½	7	5	1975	0	0.1
DUBBELDAM, S. (STEF)	1777	–	–	–	–	–	½	–	1	0.5	1494	-1	-0.34
FOKKENS, W.G. (WIM)	1863	–	1R	½	–	–	–	–	2	1.5	1609	-1	-0.23
HONDEMA, E.C. (EVERT)	1945	0	1	½	0	–	–	1	5	2.5	1793	1	-1.01
HOOGEVEEN, R. (RIENK)	1930	1	1	1	1	1	0	1	7	6	2058	1	1.17
OS VAN, B. (BASTIAAN)	1771	–	–	–	–	½	–	–	1	0.5	1777	-1	0.01
OS VAN, J.C. (JAN)	1905	1	–	–	–	1	½	1	4	3.5	2053	-2	0.7
SARKISYAN, S. (SERGEI)	1765	–	–	–	–	1	–	–	1	1	1929	1	0.2
SELTEN, A.W.M. (TON)	1782	–	–	–	0	–	–	–	1	0	0	-1	-1
STRUIK, M. (MARCEL)	1924	1	0	0	0	1R	1	1	7	4	1785	2	-1.06
TÖBBEN, D.Y. (DOUWE)	1851	1	1R	½	1	½	½	½	7	5	1859	0	0.01
VOSS, J.H. (HERMAN)	1940	1	0	1	1	½	1	1	7	5.5	2103	-1	1.36
WAGENINGEN VAN, A.J.H. (ARIE)	1999	1	1	1	1	–	1	1	6	6	2275	0	2.02

Later bij de Chinees, samen met spelers van ESG2

ESG 1 gaat weer terug naar de 4^e klasse, en mag nu gaan toekijken wat voor teams daar volgend jaar allemaal in terecht komen. Misschien wel weer samen met TAL 1. We hebben vandaag mogen toekijken hoe ze hun eerste kans op lijfsbehoud hebben gepakt; nu de tweede nog. Want ESG 1 zonder uitwedstrijd tegen TAL, is dat eigenlijk mogelijk? Mocht het ze toch niet lukken, dan gaan we maar alvast kijken op welke doordeweekse dag ze hun KNSB-bekerwedstrijden thuis spelen. Ondertussen mag ESG gewoon tevreden zijn. De teamleider komt er in zijn tweede jaar in die functie achter dat zijn team toch wel weet hoe je moet schaken, en zal verdiend zacht kunnen slapen. Nou ja, vanaf de volgende nacht misschien. Want dat was toch wel echt een flinke blunder, zeg.

met dank aan Jan v Os, Douwe voor de foto’s en Rienk voor zijn partij die via Facebook nu ook in dit stukje staat.